Met een voertuig op de openbare weg rijden mag enkel wanneer de veiligheid van de bestuurder en van de passagiers, alsook de veiligheid van de andere weggebruikers te allen tijde verzekerd is.
Iedere verbouwing of wijziging (van de stuurinrichting, het ophangingssysteem, emissies of remsysteem, of fundamentele ingrepen op het chassis of het zelfdragend koetswerk) moet dus dezelfde veiligheid kunnen garanderen en moet door een attest van de constructeur of zijn mandataris gestaafd worden.
Bovendien dienen voertuigen welke verbouwd werden tot een type waarvoor er geen typegoedkeuring bestaat, een homologatieprocedure te doorlopen in een bevoegd keuringsstation of een technische dienst (indien het originele voertuig werd goedgekeurd volgens Europese Richtlijn 2007/46).